Geluid in dB en dB(A)
Als eenheid van geluid wordt gehanteerd de decibel ofwel dB. Omdat er oneindig veel frequenties zijn, wordt deze gemeten in frequentiegebiedjes, banden genaamd.

Geluid kan worden ingedeeld in verschillende frequentieklassen, hoewel daarvoor nog wel eens verschilllende grenzen en benamingen worden gebruikt. Bij de meest gangbare en ook hier gebruikte indeling, is geluid opgedeeld in infrasoon geluid (0-20Hz), voor het gemiddelde menselijk oor hoorbaar geluid (20-20.000Hz) en ultrasoon geluid (20.000Hz – >). Zie onderstaand figuur (bron: NLR).

 

 

De (boven) grenswaarde die het menselijk oor in het algemeen kan waarnemen ligt bij 20.000 Hz, de onderste bij 20 Hz. Het menselijk oor is dus over een groot gebied gevoelig. Om de geluidsterkte die in de verschillende frequenties gemeten wordt tot hanteerbare getallen terug te voeren, wordt van de gemeten hoeveelheid geluid de logaritme genomen, uitgedrukt in dB. Dat zijn dus zuiver natuurkundige meetwaarden, die niets zeggen over de subjectieve geluidsterkte (luidheid) die het menselijk oor ervaart. De dB-waarde is de basis waarvan wordt uitgegaan.

 

 

Over het algemeen kan men stellen dat het menselijk oor veel minder gevoelig is voor lage frequenties. Wat men kan waarnemen, verschilt bovendien per leeftijd. Jongere mensen zijn bijvoorbeeld gevoeliger voor hoge frequenties. Daar berust de werking van de ‘Mosquito’ op, een apparaat dat geluid verspreidt met een frequentie van 17.000 Hz met als doel om hangjongeren te verjagen. Met het ouder worden vermindert de gevoeligheid van het menselijk oor voor de hoge frequenties. Daarnaast is er een categorie mensen die wél laagfrequent en infrasoon geluid kan opvangen; de problematiek waarover het in deze website vooral gaat.

Zodra het geluid in verband staat met de menselijke waarneming, wordt deze niet meer in dB, maar in dB(A) uitgedrukt. De reden dat de dB(A) in plaats van een gewone decibel dB bij geluidmetingen en geluidberekeningen wordt toegepast, heeft te maken met de gevoeligheid van het (menselijk) oor, die voor de verschillende frequenties van het geluid niet gelijk is. In de praktijk worden de dB-waarden daarom gecorrigeerd voor de gevoeligheid van het menselijk oor. Dat leidt tot waarden uitgedrukt in dB(A).

De omzetting van dB in dB(A) en omgekeerd
Onder luidheid wordt verstaan de subjectieve waardering van de geluidssterkte. De gemeten dB-waarden worden daarom dus omgezet in dB(A)-waarden waarbij geldt dat voor een gegeven dB(A)-waarde voor alle frequenties dezelfde luidheid wordt ervaren.
De dB(A) waarde is internationaal gelijk gesteld aan de dB-waarde bij de heel goed waarneembare frequentie van 1000 Hz (zie grafiek hieronder). Bij 1000 Hz wordt geen correctie uitgevoerd, de weging is daar 0 dB. Bij 10 Hz (helemaal links in de grafiek) bedraagt de weging -70 dB. Dat betekent dat een mens over het algemeen een toon van 10 Hz veel zachter hoort dan een toon van 1000 Hz met dezelfde fysische geluidssterkte, namelijk 70 dB zachter, oftewel ca 3200 minder intens.